“Gaan jullie dit geld echt krijgen, Yasin? Dan is het opstellen van die woondeal een goede investering gebleken.” Dit appje kreeg ik afgelopen week van een politieke vriend. Hij stuurde daarbij een afbeelding van een krantenartikel met een analyse van het Prinsjesdag-nieuws.

Op die afbeelding was te lezen dat de vijf grootste Nederlandse steden samen de komende vier jaar een miljard euro krijgen om de woningbouw te stimuleren. Één van die steden is uiteraard Eindhoven. Er wordt momenteel een ongekende hoeveelheid woningen gebouwd. Als je aan de kop van het kanaal staat, zie je een ingrijpende verandering door de appartementen die daar binnenkort opgeleverd worden. Nieuwe plekken waar mensen een dak boven het hoofd krijgen en een nieuw stukje Eindhoven waar meer leven in komt. Supergaaf om daar als wethouder medeverantwoordelijk voor te zijn.

Er zijn ook plekken waar de woningbouw niet van de grond komt. Dat heeft te maken met de extra kosten die gemaakt moeten worden om bijvoorbeeld wegen aan te passen. Of omdat we vanuit de gemeente per se betaalbare huur- en koopwoningen gebouwd willen hebben. Om dit soort wensen mogelijk te maken en de bijbehorende kosten te betalen hebben we een bijdrage van het Rijk nodig. Dus u snapt dat ik ontzettend blij ben met ongeveer 200 miljoen euro die we als stad lijken te krijgen. Dat appje maakte mij ook even wakker. Ik werd ineens trots. Want het is een succes dat niet genoeg zichtbaar is.

Terwijl het mij de afgelopen jaren veel tijd heeft gekost om in Den Haag aandacht te vragen voor de krapte op de Eindhovense woningmarkt. En om mijn zorgen over te brengen over de betaalbaarheid van woningen in onze stad. De tijd die ik in Den Haag heb doorgebracht, is helaas deels ten koste gegaan en mijn tijd in de stad en mijn bezoeken aan wijken en buurten. En dat voelde soms wat vervelend. Maar ja, politiek blijft toch een kwestie van keuzes maken. En ik denk dat de Eindhovenaren hier uiteindelijk het meeste aan hebben.