Iedere maand is het raak: tien of twintig miljoen euro als hoofdprijs van een of andere loterij. Stel dat je deze zou winnen. Iedereen fantaseert er wel eens over. Wat zou je ervan kunnen kopen? Een huis én een vakantiehuis?

Natuurlijk ook nog een nieuwe auto, een nieuwe inrichting? Wereldreizen maken, stoppen met werken of juist een onderneming opzetten? Kansarme kinderen in eigen land en of buitenland helpen? Meestal blijft het bij dromen, want de kans dat je zo’n gigantisch bedrag wint, is heel klein. Een dergelijk bedrag verdienen is helemaal een utopie, tenzij je een popster of sportheld bent of in drugs handelt. En o ja, sparen is al helemaal geen optie, want dan moet je geld bijleggen. Groot was dan ook de verbazing toen afgelopen week in een gewone flat in Eindhoven maar liefst 12,5 miljoen euro cash gevonden werd. Wat een bizarre vangst was dit. Niet normaal, toch? Maar ja, wat is nog normaal?

Dat we anderhalve meter uit elkaars buurt blijven? We rechts aanhouden in de stad? Is het normaal om elkaar met een mondkapje op toe te spreken en elkaar aan te raken met een handschoen die veel weg heeft van het exemplaar waarmee koeien inwendig onderzocht worden? Nee, lieve mensen dat is niet normaal, maar abnormaal. Normaal is dat we elkaar een bemoedigend schouderklopje geven, elkaar huilend of lachend in de armen vallen en vol op de mond zoenen wanneer daar behoefte aan is. Normaal is ook dat we op een terrasje bij een tafeltje aanschuiven, wanneer daar nog enkele stoelen vrij zijn.

Een wereld zonder fysieke aanraking is ondenkbaar. Het zoontje van een kennis van me mocht deze week voor de eerste keer naar school. Hij is vier jaar dus zijn schoolherinnering later zal zijn: halve klassen, handjes desinfecteren, afstand bewaren tot de juf en mama al voor de speelplaats gedag zeggen. Wanneer bij hem thuis de bel gaat, rent hij naar de voordeur om zodra deze open is onder het roepen van: denk aan het coronavirus’, weer snel naar achteren te lopen. Dat is dus ook echt niet normaal.