Haar eerste maanden in Eindhoven had ze zich duidelijk anders voorgesteld. Niet dat het leven in Nederland Helena Greenslade niet kan bekoren, maar de coronacrisis maakt alles anders. Zeker ook omdat ze als verpleegkundige bij Archipel in Gestel werkt. (Door Willem Brouwer)

EINDHOVEN - Ze helpt ouderen, tijdens avond- en ochtenddiensten, mee met alledaagse dingen. “In de ochtend maak ik ze klaar voor de dag. Met wassen, douchen, tanden poetsen en aankleden. In de avond precies hetzelfde. Ook help ik ze met een afspraak maken voor de fysiotherapeut of de kapper”, legt ze in alleraardigst Nederlands uit. De 27-jarige Londense maakt drie jaar geleden een roadtrip en ontmoet onderweg, in Maleisië, Bladelnaar Rick Waterschoot. De twee worden verliefd op elkaar. Intussen verhuist Waterschoot naar Gestel, terwijl zij haar studie psychiatrische verpleegster afrondt. Zoals een brave immigrant betaamt, volgt Greenslade een drie maanden durende cursus Nederlands. Afgelopen zomer, in Spanje.

Tradities ”Het was een intensieve cursus. We volgden zes dagen per week Nederlandse les. We waren met een groep van tien mensen, allemaal Europeanen. Dagelijks gingen we samen naar school. We leefden samen, deden ons huiswerk samen. Het was een leerzame tijd”, blikt ze terug. Ook kwam ze het een en het ander te weten over de Nederlandse cultuur. “We leerden over de Nederlandse traditions, zoals Sinterklaas, het feest met Koningsdag, over klompen en tulpen. Maar ook dat iedereen hier brood eet. Wat is dat toch?”, vraagt ze zich al lachend af.

Dat haar eerste half jaar in Nederland opmerkelijk is, mag gerust vastgesteld worden. Van Engeland naar Eindhoven verhuizen om de coronacrisis als verpleegkundige in Eindhoven van kortbij mee te maken. Het is ommekeer met hoofdletter O. “Bij Archipel wonen zo’n zestig ouderen, die daar ook dagbesteding kunnen volgen. Maar buiten de deur gaan is nu geen optie. Iedereen moet thuisblijven. En ze kunnen geen bezoek ontvangen. Dat is niet makkelijk.”

Woordjes leren Zelf draagt ze tijdens het werk ook beschermende kleding. “Een mondkapje, handschoenen, een bril, schoenbescherming, enzovoort. Maar ik ben niet bang. Je doet het voor de mensen.” Met de bewoners kan ze het overigens uitstekend vinden. “Ze helpen me met de Nederlandse taal en leren me woordjes. Dat is grappig. We lachen veel.” Ook met de collega’s is het contact goed en leuk, benadrukt ze.

In haar eigen vrije tijd is het goed toeven. Samen met haar vriend maakt ze fietstochten en chillt ze in de tuin, als de zon schijnt. Het bezoeken van een concert of kroeg mist ze zeker, maar als iemand snapt dat andere dingen nu belangrijker zijn, is het Greenslade wel.