Door de coronacrisis wordt het bijna onmogelijk om echt op vakantie te gaan. Daarom zullen veel mensen de vakantie waarschijnlijk voor kortere tripjes in eigen land gaan gebruiken. Vaak gaan er bij zo’n gezinstripje ook wel wat waardevolle spullen mee de auto in. Denk aan portemonnees, camera’s, telefoons en tablets. Als er wat gebeurt met die spullen, wil je die graag laten repareren of vervangen. Maar het is niet voor iedereen even duidelijk of je hiervoor nu bij je reisverzekering of bij je inboedelverzekering moet aankloppen.
Veel verschillen tussen beide verzekeringen
Maximaal verzekerd bedrag verschilt per verzekering
Er is nogal wat te kiezen als je je spullen wil verzekeren tijdens dagtripjes. Zo biedt de buitenshuisdekking – een optionele aanvulling op de inboedelverzekering – een totaal verzekerd bedrag. Dit is het maximale bedrag dat je uitgekeerd krijgt bij diefstal, schade of verlies. De maximale hoogte van dit bedrag verschilt per verzekering. Maar buitenshuisdekkingen hebben vaak speciale regels voor mobiele telefoons. Zo kan val- en stootschade zijn uitgesloten. Veel verzekeraars bieden wel weer een extra aanvulling, speciaal voor de verzekering van alle mobieltjes van het hele gezin. Ook zijn er verzekeraars die een eigen risico hanteren bij schuldschade (als je de schade zelf hebt veroorzaakt). Andere bieden alleen dekking als je je telefoon bij een gecontracteerde reparateur laat herstellen. Veerman: “Toch zijn er ook verzekeraars die nog wel volledige dekking bieden voor telefoonschade, zonder verdere voorwaarden. Het is dus nuttig goed te kijken naar je polis.”
Losse telefoonverzekering vaak duur
Een andere mogelijkheid is het afsluiten van een telefoonverzekering. Vaak kan dat bij de winkel waar je hem koopt, maar de kosten liggen - met vaak wel een tientje per maand - relatief hoog. En zo’n verzekering geldt slechts voor één toestel, terwijl de elektronica-aanvulling voor het hele gezin geldt.
Schade, verlies of diefstal bij tripje mét overnachting claim je bij de reisverzekering